Voorbeeld ter illustratie van het nut van herbaria
De tomaten die we tegenwoordig consumeren, lijken nog maar weinig op de tomatenplanten die de Spanjaarden in de 16e eeuw van Zuid-Amerika naar Europa brachten.
Sinds de vorige eeuw zijn telers nogal fanatiek gaan veredelen. Het resultaat is een opvallend smalle genetische status. Daarbij is het risico van allerlei nieuwe ziektes groot.
Wilde voorouders zijn nu interessant
De huidige tomateneter wil steeds vaker liever een pure en authentieke tomaat. Dit alles zorgt ervoor dat de wilde voorouders van de tomaat volop in de belangstelling staat.
In het herbarium van Naturalis in Leiden bevinden zich de oudste tomatenplantjes ter wereld. Uit dat materiaal kan dna worden gehaald. De kans wordt steeds groter dat binnenkort, met groot succes, ook het erfelijk materiaal van de oudste tomatenplantjes kan worden ontrafeld.
Met dat erfelijk materiaal is de weg open om in de huidige tijd tomaten te kweken die genetisch vergelijkbaar zijn met die uit de 16e eeuw. Deze tomaten kunnen beter resistent zijn tegen allerlei ziekten en smaakvoller zijn.
Hieruit blijkt dat herbariummateriaal uit de 16e eeuw van groot belang is voor toponderzoek in onze huidige eeuw.
(bron NRC - 7 september 2013)
Conclusie: herbariummateriaal uit welke periode, waar dan ook verzamelt, kan de mensheid in de toekomst van grote waarde zijn.
Hierboven ziet u afbeelding van een van de oudste tomatencollectie ter wereld uit het En Tibi Herbarium. Dit is tussen 1542 en 1544 gemaakt in Ferrara in Italië. Op één van de herbariumetiketten staat Salunca Puma Amoris: de liefdesappel uit het Italiaanse Salunca. Het verwijst naar de rode kleur van de vruchten. Dit herbariummateriaal geeft informatie over de (eerste?) tomaten die in de 16e eeuw in Europa werden gekweekt.